![]() |
Oudegracht Utrecht |
“Wij vragen jullie om de uitgekozen delen van de boeken te lezen voor het inleidende basiscursusje in de eerste week”, stond in de e-mail die wij, masterstudenten Taalwetenschappen, in de laatste week van augustus van onze docenten kregen. “Wauw, we zijn reeds aan het begin met ‘je’ en ‘jullie’ aangesproken. Dit is wel leuk”, dacht ik toen.
Het bleek echter vrij snel dat de vreugde te vroeg was: de leesopdrachten waren 400 pagina’s in het Engels – met opdrachten in het Nederlands. En het semester was nog niet eens begonnen. Dit was toch alles behalve een “basiscursusje”...?!
![]() |
Herfst in Utrecht |
Taal, mens en maatschappij of TMM - zoals we meestal zeggen - is de naam van mijn master die je aan de Universiteit Utrecht naast Interculturele Communicatie (ICC) binnen Taalwetenschappen kan studeren. Wat deze master inhoudt? Nou, dat is wel goed afgebakend: de focus ligt vooral op twee onderwerpen, namelijk taalverwerving en meertaligheid. En zoals over het algemeen ook bij andere Nederlandse masters het geval is, duurt het programma maar één jaar. Toegegeven: het is wel superintensief.
![]() |
De universiteitsbibliotheek (waar Napoleon ooit zijn paleis had) |
In de eerste drie blokken hebben we wel vakken – in elk blok drie. Bij elk vak horen twee lessen per week, dus dat zijn in totaal zes lessen per week - dit klinkt nog steeds haalbaar. Wat echter best veel energie en tijd kost, is dat we voor elke les ongeveer 30-50 pagina’s moeten lezen – meestal in het Engels – waar vaak ook nog opdrachten bij komen. In het begin hadden we bovendien elke week toetsen en moesten we om de 3-4 weken een paper inleveren – online, zodat het gecheckt kon worden op plagiaat, uiteraard.
Waar ik in eerste instantie aan moest wennen, was dat ook de eisen heel anders waren. Zo mogen we bij de toetsen bijvoorbeeld meestal alles gebruiken (artikelen, hand-outs, ppt’s, aantekeningen). Daar hebben we echter niet veel baat bij. In plaats van lexicale kennis zijn de docenten er namelijk meestal in geïnteresseerd, of we weten welk resultaat wat impliceert, of we in staat zijn om de theorieën in andere contexten te gebruiken, soortgelijke verschijnselen in onbekende talen te herkennen, en logisch te denken. Ook in de papers wordt verwacht dat je niet zomaar wat kletst, maar dat je een klein onderzoekje uitvoert en de artikelen kritisch beschouwt. Hetzelfde geldt voor presentaties die in duo’s of trio’s worden gehouden en waarvoor je een goede samenwerking binnen je groep nodig hebt.
Hoe werken talen? |
In het tweede blok zijn vervolgens de meest uiteenlopende en razendinteressante thema’s aan bod gekomen. Waarom is het (zonder overdrijven!) nog steeds een mysterie hoe kinderen hun moedertaal verwerven? Welke stadia doorlopen ze en hoe kunnen we deze verschijnselen verklaren? Wat betekenen ‘Universal Grammar’, ‘U-shaped learning’, ‘Subset Principle’ en de ‘Logical Problem of Language Acquisition’? In hoeverre verschilt een taal van een dialect; diglossie van twee- of meertaligheid; of een lingua franca van een pidgin- en een creooltaal? Waarom verandert taal, op welke manieren ontstaan er speech communities, en hoe worden gender en seksisme uitgedrukt? Is het echt zo dat de taal ons denken bepaalt, of is het juist andersom?
![]() |
Een rustige zondag met een ukulele, woonboten en syntactische bomen |
- maar wel alles omtrent TAAL.
Er zijn nog heel wat andere dingen waar ik het als buitenlandse masterstudent over zou kunnen hebben, maar één ding is zeker: mijn ervaringen met betrekking tot deze specifieke opleiding zijn overwegend positief. Een éénjarige master kun je zien als een overgang tussen een BA en het werkende leven, waarbij de ontplooiing binnen je eigen gebied, de uitbreiding van je horizon en de ontwikkeling van je persoonlijke vaardigheden (volharding, creativiteit, zelfstandig uitvoeren van onderzoeken, teamwork, argumentatieve vaardigheden) centraal staan.
En wat ook nog belangrijk is: binnen
![]() |
Multiculti: met een paar 'Dutch studies'-vrienden uit Leiden |
(je kunt bijvoorbeeld stage lopen of
voor een taalspecifieke aantekening
gaan) en de docenten zijn inspirerend,
houden rekening met de behoeftes van
de studenten, en zijn uiterst tevreden
als we goed samenwerken, in de lessen interessante discussies voeren en van elkaar kunnen leren. Dit laatste kan onder andere door onze verschillende achtergronden.
Al met al biedt een master in Nederland dus veel kansen en kan ik het jullie echt aanraden om rond te kijken naar studiebeurzen en andere mogelijkheden.
En nog iets: laat het maar weten als jullie toevallig (of met opzet) in Utrecht zijn, dan kunnen we een afspraak maken om samen een biertje te doen – het leven gaat tenslotte niet alleen om studeren! ;)
Dániel Tóth
Master Taal, mens en maatschappij
Master Taal, mens en maatschappij
Universiteit Utrecht
(eindredactie – Krisztina Gracza - BA3)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten